Title
|
|
|
|
De verkrijgende verjaring door de bezitter niet te goeder trouw: een driespraak tussen België, Nederland en Zuid-Afrika
|
|
Author
|
|
|
|
|
|
Abstract
|
|
|
|
De verkrijgende verjaring is intrinsiek een ethisch problematische verkrijgingswijze. Ze ontneemt aan een persoon zonder diens toestemming en (in beginsel) zonder vergoeding diens eigendom. Bij een bezitter te goeder trouw kan men nog begrijpen waarom hij de voorkeur krijgt boven de uittredende eigenaar, maar bij de bezitter niet te goeder trouw (bezitter te kwader trouw) is dit problematisch. Kan – mag – hij wel aanspraak maken op een zo verregaande bescherming als de verkrijgende verjaring? In België wordt dat traditioneel toegelaten, maar valt op dat de rechtspraak toch vaak erg vijandig staat tegen de bezitter niet te goeder trouw. Het Nederlandse recht stond lange tijd uitermate vijandig tegen de bezitter niet te goeder trouw, maar laat sinds 1992 toch de verkrijgende verjaring door een bezitter niet te goeder trouw toe. Het Zuid-Afrikaanse recht staat dan weer onverschillig tegenover de goede dan wel kwade trouw, hoewel de rechtspraak hier toch rekening mee durft te houden. De voorliggende bijdrage contrasteert deze oplossingen en probeert tot een evenwichtige oplossing te komen. |
|
|
Language
|
|
|
|
Dutch
|
|
Source (journal)
|
|
|
|
Tijdschrift voor privaatrecht. - Gent, 1964, currens
|
|
Publication
|
|
|
|
Gent
:
Story-Scientia
,
2021
|
|
ISSN
|
|
|
|
0082-4313
|
|
Volume/pages
|
|
|
|
(2020)
, p. 97-170
|
|
Full text (open access)
|
|
|
|
|
|
Full text (publisher's version - intranet only)
|
|
|
|
|
|