Title
|
|
|
|
De gehoudenheid van de niet-optredende (voorheen feitelijk samenlevende) ouder tot betaling van hospitalisatiekosten voor een gemeenschappelijk kind (noot onder Vred. Oudenaarde-Kruishoutem (zetel Oudenaarde) 27 juni 2016)
| |
Author
|
|
|
|
| |
Abstract
|
|
|
|
De bijzondere onderhoudsverplichting van artikel 203-203bis BW omvat de gehoudenheid van ouders voor de kosten van medische verzorging van hun kinderen. Het persoonlijk karakter van deze verplichting zorgt er echter voor dat derden zich via de figuur van de zijdelingse vordering niet op de genoemde bepalingen kunnen beroepen. Wanneer één van de ouders het kind binnenbrengt in het ziekenhuis ontstaat er effectief een verbintenis. Uit de artikelen 373 en 374 BW volgt dat het ziekenhuis te goeder trouw er mag van uitgaan dat de op dat ogenblik niet aanwezige ouder eveneens zijn toestemming geeft voor het tot stand komen van deze verbintenis. De niet-optredende ouder kan worden veroordeeld tot betaling van het totale bedrag van de onbetaalde facturen. De aangesproken ouder die tot volledige betaling overgaat, kan van de andere ouder diens bijdrage vorderen op grond van artikel 203bis BW. |
| |
Language
|
|
|
|
Dutch
| |
Source (journal)
|
|
|
|
Tijdschrift van de vrederechters. - Brussel, 2006, currens
| |
Publication
|
|
|
|
Brussel
:
2018
| |
ISSN
|
|
|
|
1782-9747
| |
Volume/pages
|
|
|
|
1-2
(2018)
, p. 72-77
| |
Full text (publisher's version - intranet only)
|
|
|
|
| |
|