|
Title
|
|
|
|
Exercise training in cardiovascular disease : focus on epigenetics and sex differences
| |
|
Author
|
|
|
|
| |
|
Abstract
|
|
|
|
| Ondanks het uitgebreide therapeutisch arsenaal, sterven er anno 2021 wereldwijd nog steeds ca. 9 miljoen mensen per jaar aan de gevolgen van hart- en vaatziekten. Er is dus nog veel ruimte tot verbetering van de behandeling van kransslagaderlijden, want het leidt niet alleen tot acute hartaandoeningen, maar ook tot gezondheidsproblemen op lange termijn zoals hartfalen met verminderde pompfunctie. Ook de preventie van kransslagaderziekten kan heel wat beter, niet alleen door een gezonde levensstijl te promoten, maar ook door vrouwspecifieke hart- en vaatziekten meer onder de aandacht te brengen. Zo maakt zwangerschapsvergiftiging vrouwen namelijk vatbaar voor het vroegtijdig ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Een oplossing voor deze problemen hoeft niet ver te worden gezocht. Fysieke training is een van de meest toegankelijke en krachtige vormen van therapie omwille van de vele gunstige effecten op het hart- en vaatsysteem. Wij onderzochten fysieke training als ‘poly-pil’ voor de preventie en behandeling van zwangerschapsvergiftiging, kransslagaderlijden en hartfalen met verminderde pompfunctie. Het effect van fysieke training is sterk verschillend; sommige patiënten gaan er sterk op vooruit, anderen verbeteren hun toestand nauwelijks (“non-responders”). Waarom er zo’n groot verschil tussen patiënten bestaat, is niet helemaal duidelijk. Onze hypothese was dat microRNA’s inzicht kunnen bieden in de onderliggende mechanismen van het effect van training. MicroRNA’s zijn stoffen die in ons bloed voorkomen en quasi alle processen in ons lichaam beïnvloeden. Wij vonden een duidelijk verschil in microRNA’s tussen patiënten die goed reageerden op een trainingsprogramma en patiënten die daar minder goed op reageerden. Deze microRNA’s bleken ook van belang te zijn voor de vorming en functie van spieren, bloedvaten en ontstekingsprocessen, mechanismen die van belang zijn voor de respons op training. Deze nieuwe bevindingen kunnen ons helpen bij de toekomstige identificatie van non-responders en zelfs bij de ontwikkeling van nieuwe therapieën. Daarnaast onderzochten we zwangerschapsvergiftiging, wat in tot wel 10% van de zwangerschappen optreedt en belangrijke hart- en vaatrisico’s op langere termijn met zich meebrengt. De onderliggende mechanismen zijn echter nog niet helemaal opgehelderd, maar gaan gepaard met een verminderde functie van de bloedvaten. Wij stelden een verband tussen microRNA’s in ons bloed en verminderde vaatfunctie bij zwangerschapsvergiftiging vast. Ook hier bieden microRNA’s mogelijkheden in vroegtijdige diagnostiek en behandeling. Daarnaast kan fysieke training ook een rol spelen in het voorkomen van zwangerschapsvergiftiging, want in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is lichaamsbeweging tijdens de zwangerschap zowel voor de moeder als voor de foetus veilig en gunstig. |
| |
|
Language
|
|
|
|
English
| |
|
Publication
|
|
|
|
Antwerp
:
University of Antwerp, Faculty of Medicine & Health Sciences
,
2021
| |
|
ISBN
|
|
|
|
978-90-5728-704-6
| |
|
Volume/pages
|
|
|
|
235 p.
| |
|
Note
|
|
|
|
:
van Craenenbroeck, Emeline M. [Supervisor]
:
Heidbuchel, Hein [Supervisor]
| |
|
Full text (open access)
|
|
|
|
| |
|