Title
|
|
|
|
De bewijslast in het fiscaal recht : een kritische analyse bij de vaststelling van de eigenlijke belastingschuld
| |
Author
|
|
|
|
| |
Abstract
|
|
|
|
De bewijslast klinkt bekend, maar kent in het fiscaal recht tot nu toe nog maar weinig diepgaand onderzoek. Het bepaalt wie het bewijs van bepaalde feiten of rechtshandelingen dient te leveren om geen verzwakking in de procespositie te ervaren en is hierbij te onderscheiden van het bewijsvoorwerp en de bewijsmiddelen. Hoewel de civiele bewijslastregels (gelegen in artikel 870 Gerechtelijk Wetboek en artikel 8.4 Burgerlijk Wetboek) als basis van de fiscale bewijslast kunnen worden beschouwd, behelzen ook heel wat materiële bepalingen een zekere bewijslast. De ratio legis van deze bepalingen beperkt zich vaak tot de onwetende fiscus, terwijl deze onwetendheid op heden wellicht niet meer geheel opgaat. Steeds vaker ontvangt de fiscus immers informatie over de belastbare situatie van belastingplichtigen. Het komt dan ook aan de wetgever toe om de instrumenten waarover de fiscus kan beschikken op voortdurende wijze te evalueren op de noodwendigheid ervan. Bovendien gaat aan de fiscale bewijslast een constante wisselwerking tussen de onderzoeksplicht van de fiscus en de medewerkingsplicht van de belastingplichtige en derden vooraf, waaruit bewijsstukken worden vergaard die onderdeel uitmaken van het administratief dossier. Toch hebben deze onderzoeks- en medewerkingsplicht, als zogenaamde preprocessuele verplichtingen, geen directe invloed op de eigenlijke bewijslastverdeling. Zij dienen er weliswaar toe om de feiten en rechtshandelingen die relevant zijn voor de belastingheffing vast te stellen, maar keren de bewijslast niet rechtstreeks om. De bewijslastregels kunnen we dan ook veeleer als een rode draad doorheen de fiscale fasen beschouwen, die de nodige houvast bieden voor de fiscale partijen en de rechter om uiteindelijk een beslissing aangaande die eigenlijke belastingschuld te nemen. Uit het onderzoek is gebleken dat het er vooral op aankomt om potentiële bewijsproblemen zo vroeg mogelijk aan te pakken, vooraleer deze bewijslastregels een oplossing moeten bieden. Hierbij is het van belang om op de samenwerking tussen de fiscale partijen te focussen door bijvoorbeeld het onderzoek dat de fiscus kan voeren niet tot de belastende feiten en rechtshandelingen te beperken, maar op verzoek van de belastingplichtige uit te breiden tot mogelijke ontlastende elementen. Ook een beperking van de ambtshalve aanslag, een uitbreiding van de rol van de fiscale bemiddelaar, een ruimer toepassingsgebied van de ambtshalve ontheffing en een wettelijke verplichting tot voorlegging van het gehele administratieve dossier aan de rechter kunnen mogelijk bijdragen tot de vaststelling van die correcte belastingschuld. |
| |
Language
|
|
|
|
Dutch
| |
Publication
|
|
|
|
Antwerpen
:
Universiteit Antwerpen, Faculteit Rechten
,
2023
| |
Volume/pages
|
|
|
|
XII, 587 p.
| |
Note
|
|
|
|
:
Plets, Nicole [Supervisor]
| |
Full text (publisher's version - intranet only)
|
|
|
|
| |
|