Title
|
|
|
|
Grensoverschrijdende toegang tot levenseinde-diensten in Europa : een analyse in het licht van de mensenrechtenwetgeving en het EU-recht
| |
Author
|
|
|
|
| |
Abstract
|
|
|
|
De mogelijkheden om euthanasie en medische hulp bij zelfdoding te krijgen in Europa zijn relatief beperkt; de landen die een vorm van hulp bij sterven toelaten, zijn dun gezaaid. Sinds de eeuwwisseling hebben patiënten uit restrictieve landen zich in toenemende mate bereid getoond om het verbod in eigen land te omzeilen en een legale oplossing te zoeken buiten de landsgrenzen. Bewijzen hiervan zijn de groeiende patiëntenstromen van Frankrijk naar België en het zogenaamde “zelfmoordtoerisme” naar Zwitserland. De grensoverschrijdende toegang tot euthanasie en hulp bij zelfdoding hangt in de eerste plaats natuurlijk af van iemands fysieke en financiële toestand, maar dat zijn niet de enige factoren die meespelen. Wie wil reizen met het oogmerk om op een serene manier te kunnen sterven, zou immers evenzeer op wettelijke en feitelijke beletsels kunnen stuiten, zowel in eigen land (uitstroombeperkingen) als in het land van bestemming (instroombeperkingen). Het onderzoek had tot doel deze beperkende maatregelen in kaart te brengen en de wettelijke toelaatbaarheid ervan te analyseren. Die analyse gebeurde aan de hand van twee grote kaders: de mensenrechtenwetgeving (het mensenrechtelijk kader) en het EU-recht (het Europeesrechtelijk kader). Het proefschrift biedt bijgevolg een integraal overzicht van de mate waarin de lidstaten onder het mensenrechtelijk en het Europeesrechtelijk kader gerechtigd zijn om de grensoverschrijdende toegang tot euthanasie en hulp bij zelfdoding aan banden te leggen. Meer algemeen blijkt uit het onderzoek dat het Europeesrechtelijk kader veelal striktere grenzen stelt aan de beleidsvrijheid van de lidstaten in de context van grensoverschrijdende levenseinde-diensten dan het mensenrechtelijk kader. De lidstaten krijgen onder beide kaders weliswaar een ruime beleidsvrijheid om ethisch beladen kwesties te reguleren op het eigen grondgebied, maar zodra de invloed van een beperkende maatregel de landsgrenzen te buiten gaat, komt het Europeesrechtelijk kader een stuk strenger voor de dag. Dat is mede te wijten aan het feit dat het mensenrechtelijk kader op heel wat punten ruimte laat voor interpretatie en dus ook minder pasklare antwoorden aanreikt. Door de grote terughoudendheid die de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kenmerkt in ethisch beladen kwesties, kan echter worden aangenomen dat de beleidsvrijheid onder het mensenrechtelijk kader doorgaans ruimer zal zijn dan die onder het Europeesrechtelijk kader. |
| |
Language
|
|
|
|
Dutch
| |
Publication
|
|
|
|
Antwerpen
:
Universiteit Antwerpen & KU Leuven
,
2023
| |
Volume/pages
|
|
|
|
xv, 684 p.
| |
Note
|
|
|
|
:
Van Assche, K. [Supervisor]
:
Lierman, S. [Supervisor]
| |
Full text (open access)
|
|
|
|
The publisher created published version Available from 16.01.2026
|
| |
|