Title
|
|
|
|
Vuile Luc, Rare Marus en een gepluimde rekel. Vriend- en vijandschap in tijden van activisme
| |
Author
|
|
|
|
| |
Abstract
|
|
|
|
Ondanks het uitgebreide onderzoek dat volgde op Lode Wils’ baanbrekende studie Flamenpolitik en aktivisme (1974), valt er nog altijd bij te leren over het ontstaan, de werking en de doorwerking van het activisme. Steeds meer bronnen raken ontsloten en in toenemende mate ook digitaal beschikbaar en doorzoekbaar. Deze bijdrage benut oud en recent ontsloten archiefmateriaal om een nieuw licht te werpen op enkele cruciale episoden in de geschiedenis van het Antwerpse activisme. Ze bouwt verder op recente vondsten (cf. WT 2023/3) over het oorlogsverleden van de Antwerpse gemeenteambtenaar, dichter en journalist Paul van Ostaijen (1896-1928). Meer concreet wordt onderzocht hoe deze jonge activist, die vaak wordt beschouwd als revolutionair gezind en avant-gardistisch vanwege zijn linkse internationalisme en experimentele lyriek, zich verhield tot de oudere, vaak als traditioneel nationalistisch en kleinburgerlijk afgeschilderde activisten als Raf Verhulst (1866-1941) en August Borms (1878-1946). De bestudeerde bronnen wijzen uit dat de vermeende generatiekloof niet overdreven moet worden. Verschillen in poëtica en ideologie waren ondergeschikt aan de politieke praktijk en het institutioneel functioneren van het activisme. Van Ostaijen had een hartelijke relatie met zowel Verhulst als Borms en vond moeiteloos zijn plek binnen hun netwerken, onder meer als journalist voor het dagblad de Antwerpsche Courant en het weekblad Ons Land. Zeker tussen ‘Luc’ (= Raf Verhulsts pseudoniem in het toonaangevende activistische dagblad Het Vlaamsche Nieuws) en ‘Rare Marus’ (= Paul van Ostaijens pseudoniem in de Antwerpsche Courant) was het contact bij momenten intens – beiden promoten elkaars werk in de publieke ruimte en werkten systematisch rond dezelfde thema’s. Van Ostaijen fungeerde met name in 1918 bovendien als een nuttige pion bij een grootschalige, door Verhulst aangevuurde verklikkingsoperatie en zou een rol gaan spelen in de militaire infrastructuur die onder auspiciën van Borms werd opgezet om een activistische machtsovername mogelijk te maken. Na de oorlog raakten de Antwerpse activisten uit elkaar gedreven door hun juridische vervolging en veroordeling, maar een postuum uitgebroken relletje over Van Ostaijens oorlogsverleden toonde in de jaren 1930 aan dat de tijdens 14-18 gesmede vriendschapsbanden nooit zouden worden verloochend. Het was Ary Delen (1883-1960) die de dichter toen in opspraak bracht: hij was zelf in 1918 door onder meer Verhulst en Van Ostaijen verklikt bij de Duitsers en zou drieënhalve maand in de cel verdwijnen. Zijn getuigenis hierover werd door Verhulst en enkele andere activistische vrienden van Van Ostaijen juridisch aangevochten en in de pers bestreden. Mede daardoor kon het duren tot lang na Delens dood en het opduiken van documenten voordat aan zijn getuigenis geloof werd gehecht. |
| |
Language
|
|
|
|
Dutch
| |
Source (journal)
|
|
|
|
Wetenschappelijke tijdingen op het gebied van de geschiedenis van de Vlaamse Beweging / Vereniging voor Wetenschap [Gent]; ADVN [Antwerpen] - Gent, 1940, currens
| |
Publication
|
|
|
|
Gent
:
Vereniging voor Wetenschap
,
2024
| |
ISSN
|
|
|
|
0774-532X
| |
Volume/pages
|
|
|
|
83
:1
(2024)
, p. 87-133
| |
Full text (open access)
|
|
|
|
| |
|